• square
stellend
onverbogen square
verbogen -
partitief squares

Niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie als bijvoeglijk naamwoord

[A] square

  1. in overeenstemming met de algemeen gangbare opvattingen en daarom niet tot de verbeelding sprekend
    • - Jullie zijn allemaal hetzelfde. Jullie schamen je voor iets wat jullie allemaal doen. Maar zo gauw het op papier staat deugt het niet, is het vies. Ontzettend square.
      - Wat, zei ik, mij in mijn verwarring vastklampend aan het mij onbekende woord.
      - Square, burgelijk [sic!], net als mijn vader. Een gesprek kun je met hem over dit soort dingen niet hebben.
       [5]
enkelvoud meervoud
naamwoord square squares
verkleinwoord - -

[A] de squarem

  1. (pejoratief) iemand die zich richt naar de algemeen gangbare opvattingen en daarom niet tot de verbeelding spreekt
    • Er was een tijd waarin de term ‘square’ werd gebruikt om het soort man aan te duiden dat eerlijk, rechtvaardig, loyaal en traditioneel was. Maar dit soort kwaliteiten werd onhoudbaar, en inmiddels is een ‘square’ vooral iemand die ingeslapen, conventioneel, rigide en te traag is voor de tijd waarin hij leeft. [6]
enkelvoud meervoud
naamwoord square squares
verkleinwoord - -

[B] de squarev / m

  1. (verouderd) plein in een bebouwde omgeving
    • Het gemeentebestuur eert de zangeres, die eigenlijk Claudine Luypaerts heette, met een eigen square. [7]
  2. (verouderd) vierkant stuk grond met aanplant
    • De grasperken van den Merrion-Square, zoo als die van alle Engelsche Squares, worden voortreffelijk onderhouden, en ofschoon het geheel niet zeer groot is (slechts 12 acres), heeft echter een tuinman, welke in eenen hoek der Square zijne woning heeft, met twee ondertuiniers, immer werk, om het gras en de paden in orde te houden. [8]
67 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[9]


enkelvoud meervoud
square squares

square

  1. (wiskunde) vierkant
  2. plein