Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spui·gat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord spuigat spuigaten
verkleinwoord spuigaatje spuigaatjes

Zelfstandig naamwoord

het spuigato

  1. (scheepvaart) een afvoeropening waardoor water vanaf het dek overboord kan stromen
    • We moetsen flink hozen want de spuigaten konden het water niet snel genoeg lozen. 
Synoniemen
Antoniemen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • het loopt de spuigaten uit
het wordt al te dol
  1.  Vandaag wordt bij verschillende Nederlandse vliegvelden gedemonstreerd door mensen die vinden dat de overlast en de vervuiling door de luchtvaart de spuigaten uit loopt.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be