spat
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- spat
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | spat | spatten |
verkleinwoord | spatje | spatjes |
Zelfstandig naamwoord
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
- Geen spat
Helemaal niets
Vertalingen
1.
Werkwoord
vervoeging van |
---|
spatten |
spat
Gangbaarheid
- Het woord spat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spat" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
Verwijzingen
- ↑ spat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ spat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ spat op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Engels
Werkwoord
spat
- verleden tijd enkelvoud en meervoud van spit, "spugen"
Taroko
Hoofdtelwoord
spat