simpel
- sim·pel
- via Middelnederlands simpel via Frans simple van Latijn simplex, in de betekenis van ‘eenvoudig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | simpel | simpeler | simpelst |
verbogen | simpele | simpelere | simpelste |
partitief | simpels | simpelers | - |
simpel
- zonder veel complicaties
- „Want de les is eigenlijk heel simpel: we moeten terughoudend zijn om onze ideeën over wat een goed leven is op te leggen aan anderen, als we die anderen zelf niet aan het woord laten.”[2]
- Dit is een simpele manier op het probleem op te lossen.
- ▸ Hoe pak je de voorbereidingen het beste aan? Simpel, in vier stappen.[3]
- (pejoratief) weinig ontwikkeld of met verminderde geestelijke vermogens
- Dat is maar een simpele ziel.
- [1] ingewikkeld
- Het woord simpel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "simpel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "simpel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ www.nrc.nl (19 jun 2025)
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be