schurkenstreek
- Geluid: schurkenstreek (hulp, bestand)
- IPA: / ˈscʏrkə(n)ˌstrek / (3 lettergrepen)
- schur·ken·streek
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schurkenstreek | schurkenstreken |
verkleinwoord | schurkenstreekje | schurkenstreekjes |
- handeling die past bij een misdadiger
- ▸ Er is geen handeling, geen schurkenstreek of kleine bedriegerij, of in de mond van iedereen om hem heen heet het een grootse daad te zijn.[3]
- (figuurlijk) een moreel verwerpelijke handeling; gemene streek
- ▸ „Als alle personages sympathiek zijn, wordt het al snel saai. Er moet gevaar dreigen, er moeten schurkenstreken worden uitgehaald.” En dan het liefst natuurlijk door een personage van wie je totaal geen schurkenstreek verwacht.[4]
- [1] misdaad, euveldaad, wandaad, schanddaad, boevenstuk
- [2] ploertenstreek, rotstreek, schoftenstreek, schelmenstreek, schelmerij, boevenstreek, fielterij
1. gemene streek
- Het woord schurkenstreek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ schurkenstreek op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
- ↑ Weblink bron Chantal Blommers, Marlies van Leeuwen“De soapbitch blijft boeien” (10-01-2017), Tubantia