Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schur·ken·streek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schurkenstreek schurkenstreken
verkleinwoord schurkenstreekje schurkenstreekjes

Zelfstandig naamwoord

schurkenstreek v/m [2]

  1. handeling die past bij een misdadiger
     Er is geen handeling, geen schurkenstreek of kleine bedriegerij, of in de mond van iedereen om hem heen heet het een grootse daad te zijn.[3]
  2. (figuurlijk) een moreel verwerpelijke handeling; gemene streek
     „Als alle personages sympathiek zijn, wordt het al snel saai. Er moet gevaar dreigen, er moeten schurkenstreken worden uitgehaald.” En dan het liefst natuurlijk door een personage van wie je totaal geen schurkenstreek verwacht.[4]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. schurkenstreek op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  4.   Weblink bron
    Chantal Blommers, Marlies van Leeuwen
    “De soapbitch blijft boeien” (10-01-2017), Tubantia