schanddaad
- Geluid: schanddaad (hulp, bestand)
- schand·daad
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schanddaad | schanddaden |
verkleinwoord | - | - |
- een daad die indruist tegen alle gevoel van eerbaarheid
- De schanddaden bedreven door dat dictatoriale bewind zijn met geen pen te beschrijven.
- Het woord schanddaad staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.