schuinsmarcheerder
- Geluid: schuinsmarcheerder (hulp, bestand)
- IPA: /'sxœynsmɑrʃerdər/
- schuins·mar·cheer·der
- Samenstellende afleiding van schuin en de stam van marcheren met het achtervoegsel -der met het invoegsel -s- [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schuinsmarcheerder | schuinsmarcheerders |
verkleinwoord |
de schuinsmarcheerder m
- (persoon) iemand die geen net en braaf leven lijdt, omdat hij regels overtreedt
- Ik heb op een uniformschool gezeten, met Schotse plooirokken, alles effen donkergroen of wit. Ik droeg een T-shirt van De Nieuwe Snaar onder mijn reglementaire trui en voelde me op-en-top een schuinsmarcheerder. [3]
- Iedereen weet wie de geniale natuurkundige Albert Einstein (1879-1955) was, maar wat weten we over zijn persoonlijke leven? De tiendelige dramaserie Genius beantwoordt alle vragen. ,,Hij was zonder meer een schuinsmarcheerder." [4]
- Het woord schuinsmarcheerder staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schuinsmarcheerder" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
72 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ schuinsmarcheerder op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard ZATERDAG 9 SEPTEMBER 2017
- ↑ Tubantia 21 april 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be