1. Een schol.
  • schol
enkelvoud meervoud
naamwoord schol schollen
verkleinwoord scholletje scholletjes

de scholm

  1. (straalvinnigen) bepaald soort platvis, Pleuronectes platessa  
    • Bij biologie leer je wat een schol is. 
     Het familierecord in het schoonmaken en fileren van een bot of schol zodat hij klaar was voor de koekenpan was veertien seconden.[5]
  2. (voeding) spierweefsel van de zeer gewilde consumptievis Pleuronectes platessa  

de scholv / m

  1. drijvende plaat ijs
    • In de film kon de ijsbeer nog net op een schol springen. 
96 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[6]