ijsschol
- ijs·schol
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsschol | ijsschollen |
verkleinwoord | ijsscholletje | ijsscholletjes |
- stuk drijfijs
- Het woord ijsschol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ijsschol" herkend door:
59 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be