schild
Niet te verwarren met: Schild |
- schild
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schild | schilden |
verkleinwoord | schildje | schildjes |
het schild o
- (militair) een voorwerp dat als afweer tegen de aanval van de vijand voor zich gehouden wordt
- De krijgers sloegen met hun speren op hun schilden om zichzelf moed en de vijand schrik in te boezemen.
- (dierkunde) harde buitenkant die de rest van het lichaam van sommige dieren beschermt
- Schildpadden hebben een schild.
- bord met een opschrift
|
|
Iets stiekems van plan zijn
Ophemelen
|
1. (militair) een voorwerp dat als afweer tegen de aanval van de vijand voor zich gehouden wordt
- Het woord schild staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schild" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "schild" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schild op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be