Nederlands

 
wollige dopluis op bladeren en takken van een moerbei.
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • schild·lui·zen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord schildluizen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de schildluizenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schildluis
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (halfvleugeligen) Coccoidea   een superfamilie van de insecten en behoren tot de Sternorrhyncha  . Er bestaan naar schatting 7000 soorten schildluizen. Alle schildluizen parasiteren op planten, door het sap op te zuigen
Hyperoniemen
Hyponiemen (in taxonomische zin)


Gangbaarheid

Meer informatie