schilddak
- schild·dak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schilddak | schilddaken |
verkleinwoord |
het schilddak o
- (bouwkunde) een daktype dat wordt gevormd door twee driehoekige schilden of dakvlakken aan de korte kant en twee trapeziumvormige schilden aan de lange kant van het gebouw
- ▸ Posthumus Meyjes ontwierp recht tegenover een van de hoofdingangen van het park een ten opzichte van de rooilijn terugliggend, vrijstaand pand met een souterrain en drie verdiepingen en een houten kapverdieping onder een schilddak.[2]
1. daktype met 4 schuine vlakken
- Het woord schilddak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schilddak" herkend door:
66 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron “Stadsgezichten: Stayokay Vondelpark” (17 februari 2010), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be