Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schil·den

Werkwoord

vervoeging van
schillen

schilden

  1. meervoud verleden tijd van schillen
    • Wij schilden. 
    • Jullie schilden. 
    • Zij schilden. 

Zelfstandig naamwoord

de schildenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord schild