rychlost
- IPA: /rɪxlɔst/
- rych·lost
rychlost v
- (natuurkunde) snelheid; verhouding tussen de afgelegde weg en de daarvoor gebruikte tijd bij verplaatsing van een voorwerp
- «Auto jelo rychlostí 130 kilometrů v hodině.»
- De auto reed met een snelheid van 130 kilometer per uur.
- «Auto jelo rychlostí 130 kilometrů v hodině.»
- snelheid; het vermogen een grote hoeveelheid acties uit te voeren in een bepaalde tijd
- «Dělníci pod tlakem okolností pracovali velkou rychlostí, aby stihli výrobu včas dokončit.»
- Gedwongen dooor de omstandigheden werkten de werknemers met grote snelheid om het product op tijd te voltooien.
- «Dělníci pod tlakem okolností pracovali velkou rychlostí, aby stihli výrobu včas dokončit.»
- snelheid; karakteristiek voor wat snel is
- «Rychlost vyřizování zakázek patří k přednostem naší společnosti.»
- De snelheid van het verwerken van bestellingen behoort tot de sterke punten van ons bedrijf.
- «Rychlost vyřizování zakázek patří k přednostem naší společnosti.»
- (figuurlijk)(techniek) versnelling; een mechaniek ter overbrenging van de ene draaiende beweging op de andere
- «Řidič před zatáčkou zařadil nižší rychlost.»
- De bestuurder schakelde naar een lagere versnelling voor de bocht.
- «Řidič před zatáčkou zařadil nižší rychlost.»
- fyzikální veličina v
- –
- –
- –
|
|
|
- Zie Wikipedia voor meer informatie.