Een rolstoel.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·stoel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rolstoel rolstoelen
verkleinwoord rolstoeltje rolstoeltjes

Zelfstandig naamwoord

de rolstoelm

  1. (medisch) vervoermiddel voor mensen die slecht ter been zijn
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • rol·stoel

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord rolstoel rolstoele

rolstoel

  1. (medisch) rolstoel
Synoniemen