rokke
- rok·ke
- rok·ke
- Verwant met het Noorse werkwoord rykke
Naar frequentie | 44505 |
---|
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | rokke |
tegenwoordige tijd | rokker |
verleden tijd | rokket rokka |
voltooid deelwoord |
rokket rokka |
onvoltooid deelwoord |
rokkende |
lijdende vorm | rokkes |
gebiedende wijs | rokk |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
rokke
- onovergankelijk, overgankelijk bewegen, verroeren
- «Steinen er ikke til å rokke.»
- De steen laat zich niet bewegen.
- «Steinen er ikke til å rokke.»
- onovergankelijk, overgankelijk deinen, hen en weer bewegen, wiegen
- overgankelijk, (figuurlijk) afbrengen, ontroeren
- «Han lar seg ikke rokke i sin overbevisning.»
- Hij laat zich niet afbrengen van zijn overtuiging.
- «Han lar seg ikke rokke i sin overbevisning.»
- overgankelijk, (figuurlijk) ondermijnen, veranderen, verzwakken, wiggelen aan
- «Denne oppfatning rokker ved statens grunnprinsipper.»
- Deze opvatting ondermijnt de basisprincipes van de overheid.
- «Denne oppfatning rokker ved statens grunnprinsipper.»
- [1-4]: rykke
- rok·ke
- Verwant met het Nynorske werkwoord rykkje
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | rokke rokka |
tegenwoordige tijd | rokkar |
verleden tijd | rokka |
voltooid deelwoord |
rokka |
onvoltooid deelwoord |
rokkande |
lijdende vorm | rokkast |
gebiedende wijs | rokk rokka rokke |
vervoegingsklasse | Klasse 1 zwak |
opmerking |
rokke
- onovergankelijk, overgankelijk bewegen, verroeren
- overgankelijk, (figuurlijk) afbrengen, ontroeren
- overgankelijk, (figuurlijk) ondermijnen, veranderen, verzwakken, wiggelen aan
- [1-3]: rokka
- [2]: rokke ved gamle sanningar
aan de oude waarheden wiggelen