rokka
- verleden tijd van rokke
- voltooid deelwoord van rokke
rokka, mv
- bepaalde vorm nominatief meervoud van rokk
rokka,
- bepaalde vorm nominatief enkelvoud van rokke
rokka
- onbepaalde wijs, tweede vorm naast rokke, zie aldaar
rokka
- verleden tijd van rokka
- voltooid deelwoord van rokka
rokka
- gebiedende wijs van rokka
rokka
- verleden tijd van rokke
- voltooid deelwoord van rokke
rokka
- gebiedende wijs van rokke