• flyt·te
  • Afleiding van het Oudnoorse werkwoord flytja
Naar frequentie 1008
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
flytte
flytter
flyttede
flyttet
volledig

flytte

  1. schuiven, verplaatsen
  2. verhuizen


  • flyt·te
  • Afleiding van het Oudnoordse werkwoord  flytja ww 
Naar frequentie 953
vervoeging
onbepaalde wijs flytte
tegenwoordige tijd flytter
verleden tijd flyttet
flytta
voltooid
deelwoord
flyttet
flytta
onvoltooid
deelwoord
flyttende
lijdende vorm flyttes
gebiedende wijs flytt
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak
opmerking

flytte

  1. overgankelijk schuiven, verplaatsen
  2. onovergankelijk verhuizen


  • flyt·te
  • Afleiding van het Oudnoordse werkwoord  flytja ww 
vervoeging
onbepaalde wijs flytte
flytta
flytte
flytta
tegenwoordige tijd flyttar flytter
flyttar [1]
verleden tijd flytta flytte
voltooid
deelwoord
flytta flytt
onvoltooid
deelwoord
flyttande flyttande
lijdende vorm flyttast flyttast
gebiedende wijs flytt
flytte
flytta
flytt
vervoegingsklasse Klasse 1 zwak Klasse 2 zwak
opmerking optioneel optioneel

flytte

  1. overgankelijk schuiven, verplaatsen
  2. onovergankelijk verhuizen
  • [2]: flytte på landet
verhuizen naar het platteland

flytte

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van flytta

flytte

  1. zwakke verbuiging verleden tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van flytte

flytte

  1. zwakke verbuiging gebiedende wijs bedrijvende vorm van flytta

flytte

  1. zwakke verbuiging gebiedende wijs bedrijvende vorm van flytte
  1. Naar vrije keuze volgens Taalhervorming 2012, punt 3.4.2 (in het Noors)