repertoriëren/vervoeging

vervoeging van de bedrijvende vorm van repertoriëren
onbepaalde wijs			kort			lang
onvoltooid	tegenwoordig		repertoriëren			te repertoriëren
	toekomend		zullen repertoriëren			te zullen repertoriëren
voltooid	tegenwoordig		hebben gerepertorieerd			te hebben gerepertorieerd
	toekomend		gerepertorieerd zullen hebben			gerepertorieerd te zullen hebben
	onvoltooid deelwoord		voltooid deelwoord			gebiedende wijs		aanvoegende wijs
	repertoriërend		gerepertorieerd			ev. repertorieer	mv. verouderd repertorieert	repertoriëre
aantonende wijs	enkelvoud					meervoud
onvoltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij, ge	hij, zij, het	wij, we	jullie	zij, ze
tegenwoordig (o.t.t.)	repertorieer	repertorieert	repertorieert	repertorieert	repertorieert	repertoriëren	repertoriëren	repertoriëren
verleden (o.v.t.)	repertorieerde	repertorieerde	repertorieerde	repertorieerde	repertorieerde	repertorieerden	repertorieerden	repertorieerden
toekomend (o.t.t.t.)	zal repertoriëren	zult/zal repertoriëren	zult/zal repertoriëren	zult repertoriëren	zal repertoriëren	zullen repertoriëren	zullen repertoriëren	zullen repertoriëren
voorwaardelijk (o.v.t.t.)	zou repertoriëren	zou repertoriëren	zou(dt) repertoriëren	zoudt repertoriëren	zou repertoriëren	zouden repertoriëren	zouden repertoriëren	zouden repertoriëren
voltooid	eerste	tweede			derde	eerste	tweede	derde
	ik	jij, je	u	gij	hij, zij, het	wij	jullie	zij
tegenwoordig (v.t.t.)	heb gerepertorieerd	hebt gerepertorieerd	hebt/heeft gerepertorieerd	hebt gerepertorieerd	heeft gerepertorieerd	hebben gerepertorieerd	hebben gerepertorieerd	hebben gerepertorieerd
verleden (v.v.t.)	had gerepertorieerd	had gerepertorieerd	had gerepertorieerd	hadt gerepertorieerd	had gerepertorieerd	hadden gerepertorieerd	hadden gerepertorieerd	hadden gerepertorieerd
toekomend (v.t.t.t.)	zal gerepertorieerd hebben	zal/zult gerepertorieerd hebben	zult/zal gerepertorieerd hebben	zult gerepertorieerd hebben	zal gerepertorieerd hebben	zullen gerepertorieerd hebben	zullen gerepertorieerd hebben	zullen gerepertorieerd hebben
voorwaardelijk (v.v.t.t.)	zou gerepertorieerd hebben	zou gerepertorieerd hebben	zou/zoudt gerepertorieerd hebben	zoudt gerepertorieerd hebben	zou gerepertorieerd hebben	zouden gerepertorieerd hebben	zouden gerepertorieerd hebben	zouden gerepertorieerd hebben