rechtzinnig
- Geluid: rechtzinnig (hulp, bestand)
- recht·zin·nig
- In de betekenis van ‘orthodox’ voor het eerst aangetroffen in 1616 [1]
- Samenstellende afleiding van recht en zin met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | rechtzinnig | rechtzinniger | rechtzinnigst |
verbogen | rechtzinnige | rechtzinnigere | rechtzinnigste |
partitief | rechtzinnigs | rechtzinnigers | - |
rechtzinnig [3]
- streng van opvatting in godsdienstige zaken
- Het woord rechtzinnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rechtzinnig" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "rechtzinnig" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ rechtzinnig op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be