• recht·hoe·kig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen rechthoekig rechthoekiger rechthoekigst
verbogen rechthoekige rechthoekigere rechthoekigste
partitief rechthoekigs rechthoekigers -

rechthoekig

  1. (wiskunde) het in een rechte hoek staan van lijnen of vlakken
    • Onze kamer is rechthoekig, de wanden staan haaks op elkaar. 
99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be