blokhaak
- blok·haak
- samenstelling van blok zn en haak zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blokhaak | blokhaken |
verkleinwoord | blokhaakje | blokhaakjes |
de blokhaak m
- (gereedschap) gereedschap voor het controleren en aftekenen van rechte hoeken, bestaand uit een lang dunner blad ("veer") dat precies haaks is verbonden met een dikker rechthoekig deel ("blok")
- ▸ Op hun rug droegen ze elk een rugzak met gereedschap:gereedschap: hamers, spijkers, zagen, bijlen, messen, schaven, een blokhaak, een waterpas, een paslood, en over hun schouders zo veel trossen touw als ze konden dragen.[1]
- (typografie) symbool in de vorm van een verticale streep met aan de uiteinden korte dwarsstreepje naar rechts of links, die respectievelijk aan het begin en eind van te markeren tekst staan: [te markeren tekst] (in deze betekenis wordt vaak het verkleinwoord gebruikt)
- ▸ U hoeft metakarakters niet uit te schakelen wanneer ze binnen blokhaken voorkomen , met uitzondering van het liggend streepje ‘_’ en de rechter blokhaak ‘]’, die binnen de blokhaken een speciale betekenis hebben.[2]
-
1. Een blokhaak.
-
2. Een paar blokhaken.
- [1] blokwinkelhaak
- [2] bijbelhaak, rechte haak
- [1] schrijfhaak, winkelhaak
- [2] haakje openen, haakje sluiten
- Het woord 'blokhaak' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Karl Ove Knausgård (vert. Marianne Molenaar)“Engelen vallen langzaam” (2014), De Geus, Breda, ISBN 9789044533477 op nrc.nl
- ↑ Weblink bron André Obelink“Visual C# Kookboek”, 1e druk (2009), Pearson Education, Amsterdam, ISBN 9789043017763, p. 29/30