• pro·vi·so·risch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen provisorisch provisorischer
verbogen provisorische provisorischere
partitief provisorisch provisorischers -

provisorisch [3]

  1. goed genoeg voor een kortere periode, maar niet goed genoeg voor altijd
    • De op dinsdag gezette deadline heeft betrekking op 800 tot duizend mensen. Hen werd de voorbije maanden onderkomen aangeboden in provisorische containerparken of andere opvangcentra in andere Franse regio’s. Verscheidene hulporganisaties hebben al kritiek geuit op de geplande ontruiming. [4] 
    • Er is alsnog een oplossing gevonden voor het onderbrengen van het steeds verder uitdijende archief van de Historische Kring Hellendoorn-Nijverdal. In verpleegtehuis Krönnenzommer in Hellendoorn is voldoende ruimte aanwezig om alle historische materialen op een verantwoorde én duurzame manier te kunnen bewaren en beheren. De duizenden foto's, documenten en andere historische materialen zijn nu nog provisorisch opgeslagen bij enkele particulieren. [5] 
    • Er was een provisorische troon gebouwd in de Raadszaal waarop de Koning was gaan zitten. Om hem heen stonden weer zijn trouwe Roodhoofden, de Penselen over de schouder. [6] 
92 % van de Nederlanders;
76 % van de Vlamingen.[7]