Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·vi·so·ri·sche

Bijvoeglijk naamwoord

provisorische

  1. verbogen vorm van de stellende trap van provisorisch
     Ze deden het provisorische prikkeldraadhek open, Johanne reed achteruit zo dicht mogelijk naar de ingang van het gebouw toe.[1]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044628265