• tem·​po·​rary
stellend vergrotend overtreffend
temporary more temporary most temporary

temporary

  1. tijdelijk
enkelvoud meervoud
temporary temporaries

temporary

  1. (persoon) (bedrijfskunde) tijdelijke kracht
  2. (informatica) tijdelijke variabele voor een tussenresultaat
99 % van de Amerikanen;
96 % van de Britten.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 18 februari 2020 “Measures of word prevalence for 61,800 English words” op ugent.be