temp

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  temp    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• temp

Werkwoord

vervoeging van
tempen

temp

1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tempen
   

   • Ik temp. 

2. gebiedende wijs van tempen
   

   • Temp! 

3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tempen
   

   • Temp je? 

Gangbaarheid

• Het woord temp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.