• tem·pen

tempen

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tempen
tempte
getempt
zwak -t volledig
  1. (medisch) de temperatuur van een patiënt opnemen
     'Tempen', zoals het opnemen van de temperatuur heet in verpleegjargon, gebeurt met een klein apparaatje in je oor datpiept als het zijn werk heeft gedaan.[1]
56 % van de Nederlanders;
42 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron
    Jet Bruinsma
    “Klant in het ziekenhuis” (11 januari 2006), de Volkskrant
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be