procureren/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van procureren | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||
onvoltooid | tegenwoordig | procureren | te procureren | ||||||
toekomend | zullen procureren | te zullen procureren | |||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben geprocureerd | te hebben geprocureerd | ||||||
toekomend | geprocureerd zullen hebben | geprocureerd te zullen hebben | |||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||
procurerend | geprocureerd | ev. procureer |
mv. verouderd procureert |
procurere | |||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | ||
tegenwoordig (o.t.t.) | procureer | procureert | procureert | procureert | procureert | procureren | procureren | procureren | |
verleden (o.v.t.) | procureerde | procureerde | procureerde | procureerde | procureerde | procureerden | procureerden | procureerden | |
toekomend (o.t.t.t.) | zal procureren | zult/zal procureren | zult/zal procureren | zult procureren | zal procureren | zullen procureren | zullen procureren | zullen procureren | |
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou procureren | zou procureren | zou(dt) procureren | zoudt procureren | zou procureren | zouden procureren | zouden procureren | zouden procureren | |
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb geprocureerd | hebt geprocureerd | hebt/heeft geprocureerd | hebt geprocureerd | heeft geprocureerd | hebben geprocureerd | hebben geprocureerd | hebben geprocureerd | |
verleden (v.v.t.) | had geprocureerd | had geprocureerd | had geprocureerd | hadt geprocureerd | had geprocureerd | hadden geprocureerd | hadden geprocureerd | hadden geprocureerd | |
toekomend (v.t.t.t.) | zal geprocureerd hebben | zal/zult geprocureerd hebben | zult/zal geprocureerd hebben | zult geprocureerd hebben | zal geprocureerd hebben | zullen geprocureerd hebben | zullen geprocureerd hebben | zullen geprocureerd hebben | |
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou geprocureerd hebben | zou geprocureerd hebben | zou/zoudt geprocureerd hebben | zoudt geprocureerd hebben | zou geprocureerd hebben | zouden geprocureerd hebben | zouden geprocureerd hebben | zouden geprocureerd hebben |