procureren
- Geluid: procureren (hulp, bestand)
- pro·cu·re·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
procureren |
procureerde |
geprocureerd |
zwak -d | volledig |
procureren [1]
- Het woord procureren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.