procureerde
- Geluid: procureerde (hulp, bestand)
- pro·cu·reer·de
vervoeging van |
---|
procureren |
procureerde
- enkelvoud verleden tijd van procureren
- Ik procureerde.
- Jij procureerde.
- Hij, zij, het procureerde.
- Ik procureerde.
- Het woord procureerde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.