Een pijporgel
  • pijp·or·gel
enkelvoud meervoud
naamwoord pijporgel pijporgels
verkleinwoord pijporgeltje pijporgeltjes

het pijporgelo

  1. (muziekinstrument) een toetsinstrument met een of meer reeksen van afgestemde pijpen waardoor lucht wordt geblazen. Voor de toonopwekking zijn de pijpen voorzien van een labium zodat, op dezelfde wijze als bij een blokfluit, een trillende luchtkolom ontstaat
    • Een kerkorgel is meestal een pijporgel .