Patriarch van Moskou
  • pa·tri·arch
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘aartsvader’ voor het eerst aangetroffen in 1265 [1]
  • afgeleid van het Latijnse pătĕr (vader) met het achtervoegsel -arch [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord patriarch patriarchen
verkleinwoord

de patriarchm [3]

  1. (religie) kerkelijk leider, een belangrijke bisschop
  2. (religie) de leider van een van de oosterse christelijke kerken
    • Het nieuws via National Geographic komt op een ongelukkig moment. Het verzakkinggevaar is al langer een reden van zorg voor de drie kerken die de plek beheren. Onenigheid en een gebrek aan financiële middelen hielden een grondige renovatie lange tijd tegen. De Israëlische autoriteiten sloten de graftombe al eens kort in 2015 om veiligheidsredenen, maar in maart 2016 wisten de de oecumenisch patriarch van Constantinopel Bartholomaios I, de Grieks-orthodoxe patriarch Theophilos III en de franciscaanse custos Francesco Patton toch een overeenkomst te sluiten die het herstel moest inleiden. [4] 
    • De zondagmis van de Syrisch-orthodoxe patriach Ignatius Aphrem II werd zondag in het Twentse centrum van de geloofsgemeenschap in het klooster St. Ephrem de Syriër in Glane door meer dan 4000 mensen bezocht. [5] 
  3. (religie) een van de aartsvaders uit het Oude Testament (Abraham, Isaak, Jacob)
  4. mannelijk hoofd van de familie
    • Maar ondanks zijn homo-erotische aanleg hield de Tovenaar wel degelijk van zijn vrouw. En een liefdeloze patriarch kun je hem onmogelijk noemen - zie de zorgzame brieven aan z'n kinderen. In 1946 typeerde zoon Golo hem als 'mijn in vele opzichten lieve, maar in andere weer zeer vervelende vader'. Zoals alle vaders, zou ik bijna zeggen. [6] 
  5. wijze oude man in het algemeen
89 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[7]