Nederlands

 
de matriarch met haar kleinkind
Uitspraak
Woordafbreking
  • ma·tri·arch
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord matriarch matriarchen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de matriarchv

  1. een - meest oudere - vrouw, die leiding heeft over een groep, vaak van haar afstammende personen
    • De stokoude matriarch zelf, die al elf Britse premiers overleefde, zit in het exacte middelpunt van de foto. Volledig in control. Ze hypnotiseert ons, ze fluistert: ik blijf eeuwig bestaan, via de repeterende breuk van kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen. [1] 
Antoniemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

81 % van de Nederlanders;
81 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. NRC 25 april 2016
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be