matriarch
- ma·tri·arch
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | matriarch | matriarchen |
verkleinwoord |
de matriarch v
- een - meest oudere - vrouw, die leiding heeft over een groep, vaak van haar afstammende personen
- De stokoude matriarch zelf, die al elf Britse premiers overleefde, zit in het exacte middelpunt van de foto. Volledig in control. Ze hypnotiseert ons, ze fluistert: ik blijf eeuwig bestaan, via de repeterende breuk van kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen. [1]
- Het woord matriarch staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "matriarch" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ NRC 25 april 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be