aartsvader
- Geluid: aartsvader (hulp, bestand)
- aarts·va·der
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aartsvader | aartsvaderen, aartsvaders |
verkleinwoord | aartsvadertje | aartsvadertjes |
de aartsvader m
- eerbiedwaardig stamvader (van het Israëlitische volk)
- iets of iemand die de eerste is van een bepaalde soort of categorie
- ▸ De naam wordt genoteerd in het officiële grote boek van de wetenschap als aartsvader van de soort.[3]
- [1] patriarch
- [1] aartsvaderlijk
- [1] aartsmoeder
- Het woord aartsvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "aartsvader" herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ aartsvader op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Lulu Miller“Waarom vissen niet bestaan” (2023), Lebowski Publishers , ISBN 9789048867325
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be