aartsvaderlijk
- aarts·va·der·lijk
- Afgeleid van vaderlijk met het voorvoegsel aarts-
- afgeleid van aartsvader met het achtervoegsel -lijk
- afgeleid van vader met het voorvoegsel aarts- en met het achtervoegsel -lijk
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | aartsvaderlijk | aartsvaderlijker | aartsvaderlijkst |
verbogen | aartsvaderlijke | aartsvaderlijkere | aartsvaderlijkste |
partitief | aartsvaderlijks | aartsvaderlijkers | - |
en
aartsvaderlijk
- met de eerbiedwaardigheid van de aartsvader.
- Het woord aartsvaderlijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.