stamvader
- stam·va·der
- samenstelling van stam en vader
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stamvader | stamvaders |
verkleinwoord | stamvadertje | stamvadertjes |
de stamvader m
- de eerst in een rij van afstammelingen
- Abraham is de stamvader van de Joden.
- Het woord stamvader staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stamvader" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be