• over·last
enkelvoud meervoud
naamwoord overlast -
verkleinwoord - -

de overlastm

  1. hinder op een onacceptabel niveau
    • Wateroverlast is een verzamelnaam voor situaties waarin mensen overlast hebben als gevolg van te veel water. 
    • Geniet nog maar even van de zon vandaag: aan het eind van de middag krijgen Overijssel en Gelderland de volle laag van een onweersstorm. Ook de provincies Brabant en en Limburg liggen in de vuurlinie van zware onweersbuien. ProRail waarschuwt alvast voor overlast doordat bijvoorbeeld omvallende bomen en blikseminslag het treinverkeer verstoren. [2] 
     Vandaag wordt bij verschillende Nederlandse vliegvelden gedemonstreerd door mensen die vinden dat de overlast en de vervuiling door de luchtvaart de spuigaten uit loopt.[3]
vervoeging van
overlasten

overlast

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van overlasten
  2. gebiedende wijs van overlasten
vervoeging van: overlasten…
verbogen vorm: overlaste

overlast

  1. voltooid deelwoord van overlasten
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]
  1. overlast op website: Etymologiebank.nl
  2. Tubantia Gerald Meijer 04-06-19, Oost-Nederland krijgt vandaag te maken met een onweersstorm: regenbuien en mogelijk hagel
  3.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be