Nederlands

 
verkeersoverlast
Uitspraak
Woordafbreking
  • ver·keers·over·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord verkeersoverlast
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de verkeersoverlastm

  1. een verzamelnaam voor alle soorten overlast die wordt veroorzaakt door verkeer
     Het moderne verkeer rukte opt van het menuet kreeg iets modernistisch-kakofonisch door de toenemende verkeersoverlast... nog meer auto's, bellende trams... tot het tuinorkest de Grote Zaal in vluchtte, en een hernieuwd stemmen der instrumenten begon.[1]
     "Ik ben geen voorstander om die mensen in dit soort containers te plaatsen", zegt Twan Christiaens van uitzendbureau Sun-Power. Hij had plannen om duurzame woonunits te plaatsen op de camping, met meer ruimte en privacy voor de bewoners. Maar hij stuitte op verzet van de buurtbewoners. "Dan kom je weer bij die vooroordelen: het zijn criminelen, drankoverlast en verkeersoverlast en ga zo maar door. Dat is allemaal gebaseerd op emoties, niet op feiten."[2]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. “Advocaat van de Hanen” (1990), De Bezige Bij  , ISBN 9789023479925
  2.   Weblink bron “Arbeidsmigranten in Nederland: 'Niemand komt hier voor zijn plezier'” (12-05-2019), NOS