Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • rook·over·last
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rookoverlast -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de rookoverlastm

  1. hinder die ontstaat door het vrijkomen van gassen, dampen en deeltjes bij verbranding
    • Het onvermogen, of de onwil, van Indonesië om de branden en de rookoverlast aan te pakken leidt tot internationale gebakkelei en wrevel. [1]
    • Een inwoonster van San Carlos is vorig jaar naar de rechter gestapt om zich te beklagen over overlast van haar rokende benedenbuurman. (…) Ze timmerde een extra plafondlaag, vervolgens trachtte ze met filters de rookoverlast via het balkon te minderen. [2]
    • Het vraagstuk van rookoverlast, door O. Bach en Th. Peters (n°. 40) [3]

Gangbaarheid

Verwijzingen