opstijgen
- Geluid: opstijgen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɔpstɛɪɣə(n) / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈɔpstɛːɪχə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɔpstɛːɣə(n)/
- op·stij·gen
- samenstelling van op en stijgen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
opstijgen |
steeg op |
opgestegen |
klasse 1 | volledig |
opstijgen
- ergatief in de lucht omhooggaan
- Het vliegtuig vol toeristen steeg op na het taxiën.
- Het Amerikaanse ruimteveer Endeavour steeg op 5 juni 2002 op.
- Nadat een glijbaan per vergissing is ingezet, kan een luchtvaartmaatschappij ervoor kiezen om te blijven vliegen en deze op haar thuisbasis te vervangen, zoals PIA dat ook heeft gedaan. Maar naarmate de evacuatiecapaciteit van het vliegtuig afneemt, moet het aantal passagiers evenredig worden verminderd. Vlucht PK702 kon pas opstijgen nadat 38 passagiers zich vrijwillig hadden opgegeven om op een latere vlucht te vertrekken. [1]
- ergatief te paard stijgen
- Na te zijn opgestegen, spoorde de ruiter zijn paard aan te galopperen.
1. in de lucht stijgen
2. te paard stijgen
- Het woord opstijgen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstijgen" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Tubantia Florian van Impe 10-06-19 Vrouw opent per ongeluk nooduitgang in plaats van toilet, vlucht 7 uur vertraagd
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be