neerkomen
- neer·ko·men
- samenstelling van neer en komen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
neerkomen |
kwam neer |
neergekomen |
klasse 4 | volledig |
neerkomen
- omlaag komen, omlaag vallen
- De projectielen kwamen neer in een buitenwijk van Kabul.
- Paul Krzen liet de bijl weer neerkomen, telkens opnieuw, tot het stuk eiken in tweeën brak. [1]
- ~ op: uiteindelijk betekenen, kortom betekenen
- Een besparing van 20 procent op die kosten zou neerkomen op 46 miljoen.
- neerkomen op
2. uiteindelijk betekenen, kortom betekenen
- Het woord neerkomen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "neerkomen" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Wieringa, TommyDe heilige Rita 2017 ISBN 9789023458753 pagina 7
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be