opstand
- op·stand
- samenstelling van op en stand [1]
- Naamwoord van handeling van opstaan
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | opstand | opstanden |
verkleinwoord | opstandje | opstandjes |
de opstand m
- (maatschappij) een massale, vaak gewelddadige, poging om het heersende gezag omver te werpen
- De opstand die al enige tijd woedde werd gewelddadig onderdrukt.
- ▸ Maar nadat Boedapest zijn equivalent van het Slânsky-proces had doorgemaakt, werden de demonstraties steeds oncontroleerbaarder en ontwikkelden zich tot een opstand tegen alles waar de partij en regering voor stonden, geleidelijk aan met gewapende groepen.[2]
- (bosbouw) staande bomen of struiken, ter onderscheiding van aangrenzende begroeiing
- ▸ Rond 1976 kwam Heinrich Reininger op het idee om de eindkap niet meer per opstand te bepalen maar individueel van de beste bomen.[3]
- (techniek) overeind staand deel, schot [2]
- [1] rebellie
- [2] houtopstand
|
|
1. een massale, vaak gewelddadige, poging het heersende gezag af te schudden
- Het woord opstand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "opstand" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ opstand op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Weblink bron “Boomgericht bosbeheer in de praktijk”, Bosgroepen,be
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be