• stu·den·ten·op·stand
enkelvoud meervoud
naamwoord studentenopstand studentenopstanden
verkleinwoord studentenopstandje studentenopstandjes

de studentenopstandm

  1. rebellie van studenten die aan een universiteit studeren
     Hij stemde in met Erics verzoek om de telefoon te gebruiken, maar op voorwaarde dat voor elk gesprek naar het buitenland een prijsopgave werd gevraagd zodat ze later de Zweedse advocatenfirma een factuur konden Tien minuten later wreef Eric in zijn handen van plezier toen hij het telefoonnummer had gekregen van het secretariaat van de universiteit van De studentenopstand was voorbij, de universiteit functioneerde weer en de Franse vakanties waren nog niet begonnen.[1]


  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus  , ISBN 9789044633535