• ont·ste·king
enkelvoud meervoud
naamwoord ontsteking ontstekingen
verkleinwoord ontstekinkje ontstekinkjes

de ontstekingv

  1. (medisch) een beschermende reactie van lichaamsweefsel op een schadelijke prikkel, vaak gekenmerkt door een rode, warme, pijnlijke zwelling
    • De ontsteking in haar pols was niet ontstaan als gevolg van ziektekiemen, chemische stoffen of mechanische beschadiging, maar werd veroorzaakt door de auto-immuunziekte reuma. 
  2. (techniek) het tot ontploffing of ontbranding brengen van een mengsel van brandstof en zuurstof, ontbranding
  3. (techniek) inrichting die voornoemd effect verzorgt
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be