• borst·ont·ste·king
enkelvoud meervoud
naamwoord borstontsteking borstontstekingen
verkleinwoord

de borstontstekingv

  1. (medisch) ontsteking van een van de borstorganen (zoals bijvoorbeeld de longen)
     Ook wordt een mogelijke oorzaak genoemd voor de hoge waarde. Het WADA neemt aan dat Froome meer innam ter bestrijding van een borstontsteking. Daarnaast wordt er in het bericht melding gemaakt van een onbekend onderzoek naar de uitscheiding van salbutamol. Dat onderzoek werd gedaan tijdens de procedure tegen Froome. Hoewel Froome en de UCI niet wisten van deze onderzoeken, is dit gegeven toch meegewogen in de beslissing van de UCI om Froome niet te vervolgen, stelt het persbericht.[2]
  2. (medisch) ontsteking van de borst van een vrouw
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “UCI trekt rookgordijn op in zaak Froome met nieuwe persverklaring” (Vrijdag 6 juli 2018, 21:13), NOS