Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pees·ont·ste·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord peesontsteking peesontstekingen
verkleinwoord peesontstekinkje peesontstekinkjes

Zelfstandig naamwoord

de peesontstekingv

  1. (medisch) een aandoening van een pees en de aanhechting ervan aan het bot
    • Die peesontsteking plaagde hem nog lang. 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid