ongeval
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- on·ge·val
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ongeval | ongevallen |
verkleinwoord | ongevalletje | ongevalletjes |
Zelfstandig naamwoord
ongeval o
- een ongeluk
- ▸ De afgelopen tien jaar hebben zwarte beren in heel Amerika slechts tien dodelijke ongevallen veroorzaakt, waarvan acht in Alaska.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
- ongevalsscenario, ongevallenfonds, ongevallenletsel, ongevallenpolis, ongevallenverzekering, ongevallenwet, ongevallig
Verwante begrippen
Vertalingen
1. een ongeluk
Gangbaarheid
- Het woord ongeval staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "ongeval" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be