treinongeval
  • trein·on·ge·val
enkelvoud meervoud
naamwoord treinongeval treinongevallen
verkleinwoord treinongevalletje treinongevalletjes

het treinongevalo [1]

  1. een ongeluk waarbij één of meer treinen zijn betrokken
     ' Hij vervolgde: 'Ze verliet me voor een andere man en kwam toen om het leven bij een treinongeval.[2]
     Het Openbaar Ministerie gaat niemand strafrechtelijk vervolgen voor het dodelijke treinongeval bij Voorschoten van vorig jaar. Bij dat ongeluk kwam een kraanmachinist om het leven. Justitie concludeert dat er sprake is geweest van een ongeluk.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Victoria Holt
    “Vlucht van de zeven zwaluwen” (1992), Saga, ISBN 9788726484892
  3.   Weblink bron “Geen strafvervolging voor dodelijk treinongeval Voorschoten” (Dinsdag 2 april 2024), NOS