okapi
- oka·pi
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘herkauwer’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1912 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | okapi | okapi's |
verkleinwoord | okapietje | okapietjes |
de okapi m
- (evenhoevigen) Okapia johnstoni , groot zoogdier dat nauw verwant is aan de giraffe en in de tropische regenwouden van centraal Afrika leeft
1. groot zoogdier dat nauw verwant is aan de giraffe
- Het woord okapi staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "okapi" herkend door:
76 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "okapi" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
- oka·pi
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
nominatief | okapi | okapiler |
genitief | okapinin | okapilerin |
datief | okapiye | okapilere |
accusatief | okapiyi | okapileri |
locatief | okapide | okapilerde |
ablatief | okapiden | okapilerden |
okapi