nathouden/vervoeging
vervoeging van de bedrijvende vorm van nathouden | |||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | nathouden | nat te houden | ||||||||
toekomend | zullen nathouden nat zullen houden |
te zullen nathouden nat te zullen houden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | hebben natgehouden | te hebben natgehouden | ||||||||
toekomend | natgehouden zullen hebben | natgehouden te zullen hebben | |||||||||
onvoltooid deelwoord | voltooid deelwoord | gebiedende wijs | aanvoegende wijs | ||||||||
nathoudend | natgehouden | ev. hou nat houd nat |
mv. verouderd houdt nat |
houde nat (bijzin) nathoude | |||||||
aantonende wijs | enkelvoud | meervoud | |||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
hoofdzin | ik | jij, je | u | gij, ge | hij, zij, het | wij, we | jullie | zij, ze | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | hou nat houd nat |
houdt nat | houdt nat | houdt nat | houdt nat | houden nat | houden nat | houden nat | |||
verleden (o.v.t.) | hield nat | hield nat | hield nat | hield nat | hield nat | hielden nat | hielden nat | hielden nat | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal nathouden | zult/zal nathouden | zult/zal nathouden | zult nathouden | zal nathouden | zullen nathouden | zullen nathouden | zullen nathouden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou nathouden | zou nathouden | zou(dt) nathouden | zoudt nathouden | zou nathouden | zouden nathouden | zouden nathouden | zouden nathouden | |||
bijzin | .. dat ik | .. dat jij, je | .. dat u | .. dat gij | .. dat hij, zij, het | .. dat wij | .. dat jullie | .. dat zij | |||
tegenwoordig (o.t.t.) | nathou nathoud |
nathoudt | nathoudt | nathoudt | nathoudt | nathouden | nathouden | nathouden | |||
verleden (o.v.t.) | nathield | nathield | nathield | nathield | nathield | nathielden | nathielden | nathielden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal nathouden nat zal houden |
zult/zal nathouden nat zult/zal houden |
zult/zal nathouden nat zult/zal houden |
zult nathouden nat zult houden |
zal nathouden nat zal houden |
zullen nathouden nat zullen houden |
zullen nathouden nat zullen houden |
zullen nathouden nat zullen houden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou nathouden nat zou houden |
zou nathouden nat zou houden |
zou(dt) nathouden nat zou(dt) houden |
zoudt nathouden nat zoudt houden |
zou nathouden nat zou houden |
zouden nathouden nat zouden houden |
zouden nathouden nat zouden houden |
zouden nathouden nat zouden houden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | heb natgehouden | hebt natgehouden | hebt/heeft natgehouden | hebt natgehouden | heeft natgehouden | hebben natgehouden | hebben natgehouden | hebben natgehouden | |||
verleden (v.v.t.) | had natgehouden | had natgehouden | had natgehouden | hadt natgehouden | had natgehouden | hadden natgehouden | hadden natgehouden | hadden natgehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal natgehouden hebben | zal/zult natgehouden hebben | zult/zal natgehouden hebben | zult natgehouden hebben | zal natgehouden hebben | zullen natgehouden hebben | zullen natgehouden hebben | zullen natgehouden hebben | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou natgehouden hebben | zou natgehouden hebben | zou/zoudt natgehouden hebben | zoudt natgehouden hebben | zou natgehouden hebben | zouden natgehouden hebben | zouden natgehouden hebben | zouden natgehouden hebben | |||
onpersoonlijke lijdende vorm natgehouden worden | |||||||||||
onvoltooid | voltooid | ||||||||||
tegenwoordig | er wordt natgehouden | er is natgehouden | |||||||||
verleden | er werd natgehouden | er was natgehouden | |||||||||
toekomend | er zal natgehouden worden | er zal natgehouden zijn | |||||||||
voorwaardelijk | er zou natgehouden worden | er zou natgehouden zijn | |||||||||
lijdende vorm natgehouden worden | |||||||||||
onbepaalde wijs | kort | lang | |||||||||
onvoltooid | tegenwoordig | natgehouden worden | natgehouden te worden | ||||||||
toekomend | natgehouden zullen worden | natgehouden te zullen worden | |||||||||
voltooid | tegenwoordig | natgehouden zijn | natgehouden te zijn | ||||||||
toekomend | natgehouden zullen zijn | natgehouden te zullen zijn | |||||||||
enkelvoud | meervoud | ||||||||||
onvoltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (o.t.t.) | word natgehouden | wordt natgehouden | wordt natgehouden | wordt natgehouden | wordt natgehouden | worden natgehouden | worden natgehouden | worden natgehouden | |||
verleden (o.v.t.) | werd natgehouden | werd natgehouden | werd natgehouden | werdt natgehouden | werd natgehouden | werden natgehouden | werden natgehouden | werden natgehouden | |||
toekomend (o.t.t.t.) | zal natgehouden worden | zult natgehouden worden | zult natgehouden worden | zult natgehouden worden | zal natgehouden worden | zullen natgehouden worden | zullen natgehouden worden | zullen natgehouden worden | |||
voorwaardelijk (o.v.t.t.) | zou natgehouden worden | zou natgehouden worden | zou/zoudt natgehouden worden | zoudt natgehouden worden | zou natgehouden worden | zouden natgehouden worden | zouden natgehouden worden | zouden natgehouden worden | |||
voltooid | eerste | tweede | derde | eerste | tweede | derde | |||||
ik | jij, je | u | gij | hij, zij, het | wij | jullie | zij | ||||
tegenwoordig (v.t.t.) | ben natgehouden | bent natgehouden | bent/is natgehouden | zijt natgehouden | is natgehouden | zijn natgehouden | zijn natgehouden | zijn natgehouden | |||
verleden (v.v.t.) | was natgehouden | was natgehouden | was natgehouden | waart natgehouden | was natgehouden | waren natgehouden | waren natgehouden | waren natgehouden | |||
toekomend (v.t.t.t.) | zal natgehouden zijn | zult natgehouden zijn | zult natgehouden zijn | zult natgehouden zijn | zal natgehouden zijn | zullen natgehouden zijn | zullen natgehouden zijn | zullen natgehouden zijn | |||
voorwaardelijk (v.v.t.t.) | zou natgehouden zijn | zou natgehouden zijn | zou/zoudt natgehouden zijn | zoudt natgehouden zijn | zou natgehouden zijn | zouden natgehouden zijn | zouden natgehouden zijn | zouden natgehouden zijn |